Elke maand (of soms één keer per jaar) krijgt u uw loonstrook. De meeste mensen weten niet wat alle punten betekenen. Hieronder vindt u daarom een gedetailleerde uitleg van een salarisstrook (gebasseerd op de horeca CAO).
1: Periode: periode waar de loonberekening over is uitgevoerd.
2: Afdeling: de afdeling waar de werknemer werkzaam is.
3: Werknemersnummer: dit is puur administratief . Alle werknemers moeten een nummer
hebben. Indien er wijzigingen in contracten zijn zal dit nummer hetzelfde blijven.
4: Functie van de werknemer: functie vloeit voort uit referentiehandboek van de horeca.
Per functie zijn er salaristabellen waarin aan de hand van leeftijd het juiste salaris wordt
bepaald. Bent u ouder dan 23 jaar dan heeft uw werkgever speling tussen een begin en
eindsalaris.
5: Sofi-nummer / BSN nummer van de werknemer: sinds 1 januari 2007 wordt het sofinummer
het Burger Service Nummer (BSN) genoemd. Is sinds 1 januari 2006 een
verplichting met betrekking tot de loonaangifte. Zonder BSN kan er niet verloond
worden.
6: Uren per periode: het aantal uren dat voor deze periode (gewerkt) geboekt is. Voor een
vast contract wordt er standaard verloond. Maandelijks staan hier de gemiddeld aantal uren
bepaald via het contract dat u heeft met uw werkgever. Bij een oproepkracht staan er 0 uren.
Bij oproepkrachten geeft de werkgever het aantal gewerkte uren door, de aantal uren vindt u
dan onder nummer 19.
7: Datum: datum waarop de loonboeking gemaakt is. Datum waarop de loonverwerking voor die maand heeft plaatsgevonden.
8: Datum in dienst: datum waarop je in dienst bent getreden bij deze werkgever.
9: Datum uit dienst: datum waarop je uit dienst bent getreden bij deze werkgever. De uit
dienst datum gaat automatisch mee met de loonaangifte naar de belastingdienst. Dit hoeft dus
niet apart aan de belastingdienst worden doorgegeven.
10: Basissalaris: basissalaris berekend op fulltime ( in dit geval 38 uur per week), dus ook als
u parttime werkt. Volgens de Horeca Cao is een full time dienstverband gebaseerd op 38 uur
per week.
11: Basisuurloon: uurloon behorende bij het maandelijkse salaris, dus ook bij parttimers
bepaald door basissalaris voor fulltimers. Om het uurloon te berekenen neemt men het
fulltime salaris x 12 gedeeld door 52 gedeeld door 38 (uren per week, kan ook 40 of 36 zijn).
Salaristabellen voor 4 weken bedrijven zijn er niet, het CAO loon wordt teruggerekend naar 4
weken.
12: Minimumloon: minimumloon voor werknemer van deze leeftijd. Deze lonen zijn
wettelijk bepaald en dus niet afhankelijk van een CAO, zie ook hier,
13: Geboortedatum: uw eigen, makkelijk te controleren!
14: Soortloner: per maand of 4 weken verloond. Bij een maandloner krijgt een
werknemer 12 keer een salarisstrook (1 x per maand) en bij 4 weken ontvangt men 13 keer
(1 x per 4 weken) een salarisstrook.
15: Bedrijfsauto: voor personen die een auto van de zaak hebben.
16: LH-tab: tabel kleur wit of groen. De verschuldigde belasting over je inkomsten wordt berekend aan de hand van belastingtabellen. De witte tabellen zijn voor inkomsten uit een huidige dienstbetrekking (bijvoorbeeld salaris). De groene tabellen zijn voor inkomsten uit een vroegere dienstbetrekking (bijvoorbeeld pensioen of een WW-uitkering).
17: BT-LH: bijzonder tariefpercentage. Dit percentage wordt toegepast bij eenmalige
uitkeringen zoals bij bonus of vakantietoeslag. De hoogte van het percentage is afhankelijk van
de hoogte van het jaarloon. Het jaarloon staat vermeld in bovenstaande witte tabel van de
Belastingdienst en hieraan gekoppeld zijn de percentages voor het bijzondere tarief.
18: Heffingskorting: hier staat vermeld ja of nee. Standaard staat deze op ja tenzij er sprake
is van een tweede dienstbetrekking. De korting wordt dan toegepast bij de dienstbetrekking waar
het meest verdiend wordt. Staat de korting op ja dan wordt er rekening gehouden met een
aantal kortingen op de loonbelasting (algemene heffingskorting; arbeidskorting;
ouderenkorting; alleenstaande ouderenkorting; jonggehandicaptenkorting;
levensloopverlofkorting).
19: Periodesalaris: Het bruto salaris voor deze periode. Indien er sprake is van ambulantenverloning
zal hier salaris op uurbasis staan (ook het aantal gewerkte uren worden dan
vermeld).
20: Pensioenpremie Horecabedrijf: 7.15 % (bepaald door Pensioenfonds Horeca &
Catering). Dit is een percentage gebaseerd op de Horeca CAO. Wettelijk gezien is iedereen
vanaf 21 jaar verplicht om pensioen te betalen.
21: Sohor-premie Horecabedrijf: (betekent stichting overgangsregeling vervroegd uittreden
voor het horecabedrijf) 0.70 % (bepaald door Pensioenfonds Horeca & Catering). Deze
regeling betreft een overgangsregeling die in het leven is geroepen met het verdwijnen van de
VUT regeling. Is vervallen.
22: Spaarloonregeling: bedrag dat je spaart wordt van bruto salaris afgehaald en niet
meegenomen voor de premie en loonheffingberekening (belastingvrij sparen). Bij een spaarloonregeling staat het bedrag vast. Spaarloonregeling is beëindigd sinds 1 januari 2012.
23: Loon SVW: Loon waarover de sociale premies worden berekend. Komt tot stand door
brutosalaris minus 20, 21 en 22. Over dit loon worden de premies berekend
die via de loonaangifte afgedragen moeten worden aan het UWV.
24: Vergoeding bijdrage ZVW: bijdrage ziektekosten werkgever. Is een bijdrage van de werkgever en wordt meegenomen voor de berekening van de
loonheffing. Dit bedrag wordt weer netto van het salaris ingehouden.
25: Loon loonheffing: loon voor loonheffing. Bedrag waarover de loonheffing geheven
wordt.
26: Loonheffing: bedrag van de loonheffing dat ingehouden wordt bij de werknemer. De
werkgever draagt dit bedrag weer over aan de belastingdienst door middel van de
loonaangifte.
27: Netto: Na afdracht van alle premies en loonbelasting komt er een netto bedrag uit. Indien
er nog netto verrekeningen zijn zullen die aan de hand van dit netto bedrag berekend worden.
28: Reiskostenvergoeding: netto vergoeding, hierover wordt geen belasting betaald.
29: Bijdrage ZVW: bedrag van de ziektekosten werkgever wordt er netto weer afgehaald, dit
is wettelijk bepaald. In plaats van het vroegere ziekenfonds moet iedereen een gedeelte aan de
ziektekosten bijdragen.
30: Uit te betalen: Uiteindelijke bedrag dat aan u wordt uitbetaald. Dit noemt men het netto
salaris voor die maand, hetgeen u ook daadwerkelijk ontvangt.
31/32: Kas of Bank: Manier waarop de uitbetaling plaatsvindt. Kas of bank. Bij
bank staat het rekeningnr. waarop wordt gestort vermeld.
33: Dagen: aantal dagen gewerkt deze periode met daarachter de cumulatieve dagen over het
jaar. Geldt ook voor ziekte- / wacht- / vakantiedagen. Dagen van de loonheffing zijn de gewerkte
dagen van die maand. Sociale verkeringswetten is een gemiddeld aantal dagen van het tijdvak
waar mee gerekend wordt.
Wachtdag: voor medewerkers met een vast contract wordt de eerste ziektedag in de Horeca
ingehouden als een wachtdag. Als er alleen een wachtdag wordt inhouden staat deze vermeld
op de strook met omschrijving correctie periodeloon bij ziek. De berekening is gebaseerd op
het bruto salaris gedeeld door het totaal aantal sv dagen van de maand.
Ziektedagen: ziektedagen zijn gebaseerd op 95% van het bruto salaris. Op de strook wordt
vermeld correctie periodeloon bij ziek. Dit is het 100% bedrag aan ziekengeld, dat in
mindering gebracht wordt op het bruto salaris. Op de strook wordt ziekengeld (dit is 95% van het bedrag dat in mindering is gebracht bij
correctie periode bij ziek) geboekt en opgeteld bij het bruto salaris. Correctie periodeloon bij
ziek wordt berekend door het brutosalaris te delen door het aantal sv dagen in de maand en
vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal ziektedagen. Is er een vakantiedag geboekt zal
het aantal te delen sv dagen ook verminderd worden met de ziekengeld berekening
Indien er een wachtdag en ziektedagen tegelijk geboekt worden dan wordt de wachtdag
ingehouden bij correctie periodeloon bij ziek. Dit houdt in dat het ziekengeld geen 95% van
dit bedrag is, omdat eerst de wachtdag in mindering gebracht wordt. Over het restant wordt
dan de 95% berekend.
34: RES – vakantiegeld: reservering vakantiegeld. Er wordt elke maand 8% opgebouwd over
het brutosalaris. Sommige ambulanten (oproepcontract) krijgen het direct uit betaald.
35: RES – Vakantiedagen / – uren: reservering vakantiedagen. Oude saldo met nieuw
opgebouwd aantal maakt nieuw saldo.
Een vaste werknemer die 5 dagen per week werkt heeft recht op 20 vrije dagen (wettelijk).
Een werknemer die op oproepbasis werkt bouwt 9.6% vakantie-uren op over elk gewerkt uur.
Bron: salaris-spronsen.nl